Afasie is een complexe en voor je gevoel een ongrijpbare aandoening. We zijn nu bijna 3 jaar verder en ik blijf mij verbazen over complexiteit van de afasie. Ik heb er veel over gelezen, vakliteratuur, proefschriften etc., maar hoe meer ik er over lees des te meer besef ik dat ik er eigenlijk nog maar heel weinig vanaf weet. Natuurlijk is er de afgelopen 3 jaar wel progressie geboekt. In de 1e 3 maanden werkten we met een klein kaartje dat op het blad van de rolstoel was geplakt, daarop stond simpelweg – duim omhoog (ja), duim omlaag (nee) kopje koffie, eten en WC. Zo simpel kan het zijn. Via tekst en beeldkaarten, communicatieboekjes, software en een scala aan apps zijn we aangekomen op het actuele niveau. We proberen nu heel gericht te oefenen op het verbeteren / ontwikkelen van de woordvinding. Een van de woorden die Thea nog steeds niet kan vinden is mijn naam (Co), wanneer ik zeg mijn naam is …., dan antwoordt ze steevast met … haas, ze lacht erbij dus ik ga ervan uit dat ze goed weet dat haas mijn naam niet is. In deze periode heet ik vandaag, de/mijn naam wisselt nogal eens. We zijn gewend aan het fenomeen perseveraties, wij nemen de tekst in tegenstelling tot degenen die wat verder van Thea afstaan, niet letterlijk. Gelukkig heeft Thea haar mimiek nog, hier kunnen we heel veel uit afleiden. Zoals ik al aangaf proberen we nu de afasie evidence based te benaderen, deze aanpak wordt vormgegeven door Mirjam Top. Ondanks alles zijn er ook wel humorvolle momenten in de vorm van spontane versprekingen etc., maar o wat verlang ik terug naar de “oude” verbaal sterke Thea.